Lake Oostvoorne october 2008, the Netherlands.

VVG-ers en Brandaris man,

Na een overheerlijke bak koffie en gezellige babbel heeft Annemieke haar auto beschikbaar gesteld voor een tripje vissen van 3 alles trotserende mannen.

Mannen van gelijke strekking met ongelofelijke zin in een daggie uitwapperen aan een wijde plas.

Gewapend met vliegjes die in allerijl gebonden zijn ( die toch niet gebruikt zouden worden ) en met extreem lange hengels om meters meer te kunnen gooien om die vis te pakken die waarschijnlijk toch verder weg zou rondzwemmen. ( niet dus ) ( afstand klopt wel )

Na file omzeiling was de kleine groep rond 13.45 uur ter plaatse en de hengels werden met spoed gereed gemaakt want al dat water dat trekt toch.

Het meer had wat aanpassingen ondergaan zo te zien, wat extra steen hier en daar en wat extra kuilen gegraven, met waden was het dus even oppassen geblazen.

De stormvogel ( links ) werd als eerste afgevist, leuke kabbel, zag er fishy uit.

Geen vis te zien, geen beweging, geen draaiing, geen kolk, geen aanbeet……..niks , noppes, nada.

Dan maar terug en de eerste bak koffie met broodjes en worst naar binnen. Heeeeeeeeeeeeerlijk.

Het uitwapperen was geslaagd tot nu toe……..heeeeeeerlijk.

De broodjes worst…….heeeeeeeeerlijk.

De koffie sterk en warm…heeeeeeeeerlijk.

De Uien soep zouden we voor later bewaren, na het schemer vissen.

Nu was het de beurt aan de rechterzijde van de Stormvogel.

Paul ziet een vis draaien vlak bij zijn gepresenteerde vlieg en ja hoor……..een mooie sterke vis neemt zijn vlieg en de eerste vis is na een mooi gevecht binnen.

Eindelijk resultaat. ( oeps vergeten te vragen welke vlieg )

De schemer gaat vallen, loop al castend richting Paul om nog even de stormvogel te bekijken.

Een meter of 3 uit de stenen kant wordt de vlieg genomen en na een behoorlijke run is deze vis ook binnen.

Sterke vis met veel runs naar het diepe.

Vreemd, geen beweging gezien en dan wordt je vlieg met geweld genomen.

Mooie zilveren vis. Met een scudje gevangen en de bovenzijde ( dekschildje ) van hot melt glue.

Een slijmerig geheel en toch realistisch. Nou ja, het werd genomen, maatje 12.

De soep, lekkere dikke uiensoep ……………..heeeeeeeeeeerlijk.

En warm dat ’ t ie was…………heeeeeeeeeeeeeeeerlijk

Bas, jammer van zijn leader die nu nog rond dwaalt in het natte aldaar. Tot 3 maal toe heeft hij ze kunnen verleiden tot aanbeten, profi.

Cheers allen………wij hebben genoten van een rustige dag vissen en zijn rozig naar huis gereden na een grote alcohol controle.

“To Pike or not to Pike”, october 2008, the Netherlands.

Vrijdag de verjaardag van Mia. Gelukkig was er voor het VVG meer actie dan de vorige keer op het OV. Maar dat moest eigelijk ook wel met onze VVG- troeven aldaar. Het kriebelde wel moet ik zeggen.. Zaterdag hospik voor mijn kwakkelende vrouwtje gespeeld en Peter zijn eerste basketbalwedstrijd uit zien verliezen. Zondagmorgen kreeg ik goedkeuring voor een paar uurtjes vissen, vanwege goed gedrag. En Erik had ook nog wat uurtjes gespaard. Dus wij vanochtend om 8.45 uur naar inmiddels “onze “ Brabantse beek afgereisd.

De verkenning bij lochan Paul 2 leverde ons weer een verrassende aanblik. Zeer veel vis op weinig vierkante meter water, of voor de inhoudelijke personen onder ons: binnen kubieke meters. Stroomafwaarts onder de bomen een aalscholver en stroomopwaarts geen vis te bekennen. We pakken allebei onze visjes in de put aan verschillende droge vliegen; de BWO, maatje 16 doet het bij mij het beste. Volgens Leon Jansen is dit ook de vlieg die zich in oktober nog steeds bij koud weer laat zien. Maar ook de red tag natte vlieg met grizzle hackle doet het en als het even wat minder is met de actie, vergissen zich altijd een paar visjes in de minute vlieg (altijd meenemen dus op deze Brabantse beek).

De rust wordt even verstoord door de loeiende sirenes van de brandweer. En ik laat een passerende vader met kind mijn kneitervangst zien. Terwijl ik afscheid neem van het koppel hoor ik de vader nog zeggen: “wat een lief klein visje , he!!”

We verkassen naar de locatie “hoogspanning” en vol spanning stationeert Erik eerst zijn auto vlak voor toerende zondagrijders en vervolgens zijn statief. Het zonnetje begint te schijnen. De herfstkleuren maken deze dagen bijzonder. Waarschijnlijk zijn de foto’s ook bijzonder fraai geworden. Die zal Erik dan moeten tonen, want ik ben mijn apparaat vergeten. Ook in Nederland blijft de herfstperiode een voor mij fraaie tijd. Ik zie weer het rood met witte stippen. Maar dan vooral paddestoelen, en geen vissen.. Niet te geloven. Vorige week onder vergelijkbare omstandigheden lagen er bij deze duiker 1000? In ieder geval zwart van de vis. Nu geen enkele. Nog stil van deze ervaring, proberen wij een verklaring te bedenken. Het blijft bij proberen. We rijden door.

Erik wordt stiller bij het naderen van volgende locatie. Wellicht komt dat omdat hij het niet zo heeft op de buurtbewoners hier? Vorige week kwam een gedrocht met zichtbaar ingedrukte smoel nog dreigend op ons afgelopen. Vandaag is het waarschijnlijk ook zondag voor deze meneer, want we hebben op deze plaats rustig onze visjes kunnen vangen, zonder geblaf en gegrom. Een paar mooie vissen op de BWO en Erik vangt een kwartiertje later na wat foto’s te hebben geschoten op zijn killer bug een paar hele mooie voorns. In dit gedeelte van de Brabantse beek zwemt momenteel een school van ongeveer 40-50 vissen met volgens mij de grootste exemplaren. Ze zijn lastig te vangen. Maar als er een zich toch een vergist, dan heb je er gelijk een mooie dril aan.  Helaas vandaag krijg ik er niet een zover dat ie zich in mijn vers gebonden bwo-ootjes verslikt. De omgeving is wel weer een paar kunstvliegjes rijker..

Een blik op de klok leert dat het alweer bijna 13.00 uur is. Nog even kijken bij Lochan Paul? Nou nog efkes dan. Wat vliegt de tijd als het gezellig is

Daar aangekomen pakken we de hengels uit , laten 2 rijdsters te paard voorzichtig voorbij gaan, want ze hebben zichtbaar angst voor de afmeting van onze hengels..

Staat er ineens een bijna 70-er op onze plek in een record tijd zijn werphengel met voerkorf en vaste stok uit te laaien. Zelden heb ik zo snel een visser een stek in beslag zien nemen. Erik gunt hem deze visplek, omdat hij meer oog voor het vrouwvolk had dan voor deze snelinparkerende overjarige stekkenpezer. Als ik alleen was geweest had deze man van mij een eindje verder mogen zitten: “de schijnheilige “.

Afijn we hadden onze visjes toch al wel gevangen, dus 2 minuten later was ik het voorval weer vergeten en zijn we tot besluit nog even naar een locatie gereden waar ik 2 jaar geleden geregeld kwam. In de omgeving van cafe Boslust, stroomt de Brabantse beek rustig zijn stroom, om uiteindelijk in het Drongelens kanaal uit te stromen. Moeten we toch ook eens een keer gaan kijken. In de put van ”……..” (HFH), staat het water zeker 40 cm lager dan ik gewend ben. Het water is kraakhelder. We zien mooie voorns in de stroming staan. Goudkop erop, denken we allebei. Zo gezegd.. We benaderen de put voorzichtig elk van een kant en zwiepen er vervolgens lustig op los met onze kopjes. Dat leidt bij Erik tot een geweldige knal op zijn 3-tje. “Grote vis!”, roept hij zichtbaar verguld. En terecht. De hengel gaat krom tot in het handvat. Had ik nu maar mijn toestelletje. Ik zal het met mijn herinnering moeten doen. “Een snoek!” hoor ik Erik zeggen. En ja hoor. Een snoekje van tussen de 30-40 cm gaat stevig tekeer. “Hoe krijg ik die nou op de kant?”. Proberen maar denkt Erik en net als ie het laatste zwiepje voor de landing wil maken, schiet de snoek los en zwaait ons nog eenmaal met de staart toe.

Grappig hoor, zo’n speciale vangst tussendoor. Ik haak kort daarna nog een mooie kopvoorn en net als ik de vis heb teruggezet, hoor ik opnieuw”hij hangt alweer!” En ja hoor de snoek zonet nog hongerig naar een goudkop, vergist zich nu opnieuw in een zwarte goudkop wooly bugger. Het lijkt op een herhaling van de vorige catch, al verdwijnt de snoek nu met een 12/100 met bugger in de mondhoek , met een lach van een boer met kiespijn naar de diepte. Geen gezwaai nu. Dit kost zichtbaar kracht. Ik bekijk de put nog eens vanaf de wegkant en zie zowaar 2 snoeken staan. Als ze dan toch los zijn…..Ik loop naar de auto en bind mijn vers gebonden streamertje dat ik voor de “zekerheid” in een doosje voortaan standaard in mijn vistas stop, aan een 30-100 nylondraad. Toch maar even proberen.

Eerste worp: niets. Tweede worp, net in de duiker: een dikke boeggolf, een vette tik, de aanslag en hangen!.. voor 5 seconden, want daarna schiet de streamer los. PV3, dat is toch wel frappant. 3 x (bijna) vangen in zo’n korte tijd. Omdat het werpen met een #4 en een streamer wat onwennig voelt , gooi ik toch nog maar een paar worpjes. Zo’n 10 worpjes verder landt de streamer weer keurig onderin de duiker en 2 rukjes later, opnieuw een knal vanuit de duiker! “Hij doet het weer..!!” roep ik uit, maar dan is ie ook alweer los. Iets te enthousiast en ongeduldig gehandeld, denk ik zelf.

Dan is het mooi geweest vinden we allebei. En terwijl wij tevreden huiswaarts rijden, belt Tillie terwijl zij de vaat doet om te informeren of we al onderweg zijn. En dat zijn we. Onderweg naar morgen.

Hfh.

To video

Inver Polly Estate september 2008, Schotland.

Maandagmorgen 22-09-’08 08.00u Schotland-Inverpolly Estate

"Hey Bert schiet eens op man, dan kunnen we gaan"

"jaahaa" "Mijn koffie is bijna op, mijn rugzak is al ingepakt ik hoef alleen nog maar mijn hengels te pakken" "Rustig man, we hebben de hele dag nog"

Zo, even mijn #5 en mijn #7 pakken. De #5 voor (zee)forel en de #7 voor de zalm, die op de ‘Upperpolly’ meestal niet boven de 8 pond komt, dus zwaar genoeg.
De #7 is een ‘G.Loomis Slate’. De eerste door mijzelf afgebouwde hengel, niet al te mooi maar hij werpt voor mij als de beste. Ik heb trouwens ook een ‘Slate #5’ zelf afgebouwd en meegenomen maar in de #5 klasse bevalt mijn Hardy toch net iets beter.
De droge #6 en #8 lijnen zitten naast een Intermediate #8 al in mijn rugzak. Met deze configuraties moet ik het vandaag gaan doen.

Onno en ik besluiten om helemaal naar het bovenste stuk van de ‘Upperpolly’ te lopen en dus pakten we de auto naar het 3e ‘Polly-Loch’ om dan door de kloven en de stroomversnellingen langs de rivier naar beneden te af te dalen. Onderweg zouden we dan nog wat poeltjes uitvissen om te kijken of we daar nog iets konden spotten en/of vangen.
Vanaf de eerste worp merkte ik dat ik al lang niet meer gecast had want mijn lijn liep voor geen meter uit mijn topoog, ik stond te hakken als een beginner, moest duidelijk weer even wennen.
Het water in de rivier stond dit jaar zo laag dat ik de poelen niet interessant genoeg vond om uit te vissen. Binnen een half uur stond ik dan ook bij ‘de watermolen’.
Deze watermolen stond op een plateau. Hier viel de ‘Polly’ met een waterval van zo’n 5 meter naar beneden. In de waterval en onderaan stromen er een paar beekjes in de rivier uit. De ‘Polly’ verdeelde zich hier ook in twee verschillende stromen.
Voor de watermolen was het lastig klimmen en klauteren. Veel gaten, scheuren en beekjes op een smal doorgangspad. Even goed opletten om lijf, leden en materiaal heel te houden.
Op het plateau bij de watermolen was het even zoeken naar het juiste pad om naar beneden af te dalen. Bleef ik aan mijn kant van de rivier, of stak ik via een heupdiepe, behoorlijk onrustige poel over ?
Ik besloot aan mijn zijde te blijven. Via “trial and error” had ik eindelijk een afdaling gevonden waar ik met mijn oude knoken hopelijk veilig beneden aan zou komen.
Na een tijdje stond ik onderaan de waterval en kon mijn tocht vervolgen naar “The Onno-pool”. De pool waar Onno vorig jaar en het jaar daarvoor nog een mooie zalm wist te landen.
(Vandaar de naam “Onno-pool”)
Maar ik besloot even op Onno te wachten om gezamenlijk naar zijn pool op te rukken. Dus maar even op een rotsblok zitten wat eten en wat drinken want hij zou er ook wel zo aankomen.
Zo’n twintig minuten later was hij er nog niet. “Weet je wat ik steek hier de rivier even over en dan loop ik, via de andere kant, wel terug naar het plateau bij de watermolen. Dan zie ik hem vanzelf wel aankomen”
Boven aangekomen was Onno in geen velden of wegen te bekennen. Zou ik hem onderweg misgelopen zijn ? Kon haast niet maar ja, je weet maar nooit. Dus maar weer naar beneden gelopen. Beneden aangekomen was Onno ook nergens te bekennen. Hij moest dus nog wel boven zijn want van hieruit had je een goed uitzicht op het vervolg van de vallei. Ondertussen waren er al drie kwartier verstreken. Hij bleef nu wel erg lang weg, “d’r zal hem toch niets overkomen zijn daarboven ? Hij zal toch niet in zo’n gat geschoten zijn en een been of wat gebroken hebben ?”
“NDJ stel je voor dat ik het hele eind met hem op mijn rug terug moet lopen ?”
Gezien de fysieke verschillen tussen Onno en mij zag ik al snel in dat dit geen optie zou zijn. “Nou dan maar op een holletje terug naar de Lodge, daar het Schotse 112 bellen en de hulpverleners weer terug gidsen naar de plek des onheils”
“Weet je wat ik loop wel weer even aan mijn zijde terug omhoog hopelijk kom ik hem dan wel tegen, weet je wat ik zet mijn hengel met mijn pet tussen wat keien midden in de rivier.
Mochten we elkaar mislopen dan ziet hij in ieder geval dat ik hier geweest ben”
Rugzak, met de altijd meegenomen EHBO spullen,  nam ik maar mee want je weet maar nooit.
 

Ik koos er voor om de heuvel op te lopen die aan de andere kant van het kloofje lag van het beekje tussen deze heuvel en de watermolen. Boven aan gekomen had ik nog niets van Onno vernomen. !@#$%^  mijn hersenspinsels gaan dus toch bewaarheid worden. “Nou ja dan maar even het kloofje oversteken en eerste hulp gaan verlenen. Hopelijk hoeft het geen mond op mond beademing te worden.
Bij de gedachte alleen al krijg ik visioenen a la ‘Jeroen Bosch’
 

Halverwege de heuvel naar beneden zie ik iets bewegen tussen de bomen en struiken op het plateau. “Er lopen toch geen wilde beren in Schotland ?”
De Haagse tongval in de vraag “hai Berrrrrrrt hoe kom ik hier beneden ?” is een pak van mijn hart om te horen. Zoveel Hagenezen lopen er niet in de Highlands.
Door het geluid van kletterend water is mijn uitleg niet te volgen aan gene zijde.
Dus daarom maar even door de kloof overgestoken en Onno naar beneden gegidst.
“Man wat ben ik blij jouw weer heelhuids te zien”
“Hoezo ?”
“Ach laat maar…………….., gewoon”
 

Samen nog even op de keien bij mijn hengel en pet wat zitten eten en kletsen.
Hierna besloot Onno nog even de poeltjes tot aan zijn domicilie af te vissen. Ik vond deze poeltjes niet interessant en liep zo’n 200m door, direct naar de huiskamer van Onno.
DE “ONNO-POOL”

Worpie, …..Worpie, NDJ wat sta ik weer te klooien ik lijk wel een beginner. Castje…………KLABAM………………
OOOONNNNOOOO !!!!!!!!!!! OOOOONNNNNOOOO !!!!!!!!!!!OOOONNNNOOOO!!!!!!

De, vis schiet weg naar links maar ik weet hem af te remmen. Vis schiet naar rechts, stroomafwaarts maar wederom weet ik hem af te stoppen. “Nou dit is een behoorlijke vis” want mijn hengel gaat ECHT krom tot in het handvat. Vanuit mijn ooghoek zie ik mijn Hagenees aan komen rennen.”Moowie man”
Jump, nog een jump van de zalm. Zowel onno als ik zien de Vis. “Nou zo groot istie nou ook weer niet” Maar hij weet mijn hengel tot in het extreme krom te krijgen en te testen. Nog een uitbraak naar links…………………….
TSJOK………………… De kenners weten nu meteen wat ik bedoel.

B: “K.T KWIJT, das dan Jammer”

O: “Was een mooi beest man”

B: “Nou viel wel mee, hij was niet zo groot”

       En dan maak ik de grootste fout die een vismaat maar  kan maken

B: “Ik denk net zoiets als die van jouw vorig jaar” L…………….L

Gelukkig dat Onno getuige was van mijn drill, en dat hij niet hardvochtig was over mijn lompe opmerking. Hij wilde getuigen van mijn aanbeet en drill. De vorige week was er geen zalm gevangen en om dan ‘s avonds in de lodge aan te komen met het verhaal dat je een zalm verspeeld hebt zou, zonder een getuige al gauw patserig overkomen.
Ik denk ook niet dat ik verteld zou hebben dat ik een zalm verspeeld had als Onno hier geen getuige van zou zijn geweest.
Nog een aantal keren gecast naar de poel waar ik mijn zalm verspeelde, want je weet maar nooit. “Sodeju, het wordt hoog tijd voor een paar werplessen want wat je nu staat te doen ? Dit heeft niets maar dan ook niets met vliegvissen te maken. Wat sta ik weer beroerd te werpen. De dwarrelwind die terugkomt van de bossen en heuvels is hier echt geen oorzaak van”

Naar video:

Let op het gezicht na de afworp……………. De frustratie straalt er van af.

“Hmmm hoe kan zo’n redelijk kleine vis een #7 zo belasten ?” Toen keek ik voor het eerst die dag pas echt naar mijn hengel en ik zag het. Waar is die fighting bud gebleven ????
Ik had vanmorgen in de haast de verkeerde hengelkoker meegenomen. LULHANNES !!!
In plaats van mijn #7 te pakken had ik mijn #5 meegenomen. Niet goed gekeken, en het ergste van alles; het viel me nu pas op. LULHANNES in het kwadraat !!!
En daarbuiten ik stond dus te casten met een #5 met een intermediate #8 er op.
LULHANNES tot de derde macht !!!
Ik geloof niet dat iemand ontspannen kan casten met zo’n configuratie.

Nou de lol was er, voor mij althans, meteen vanaf. Na wat palaveren besloten we om buiten om, via een makkelijkere weg terug te lopen naar het 3e Polly-Loch en dan per auto terug te gaan naar de lodge. Het liep per slot van rekening al tegen vieren. En om een uur of  zeven werden wij aan tafel verwacht. Je moet namelijk weten dat het voor het diner de gewoonte is om de wederwaardigheden van iedereen te evalueren. Dit natuurlijk onder het genot van een hapje en een drankje.

Aangekomen bij het 3e Polly-Loch konden Onno en ik de verleiding toch niet weerstaan om ook hier nog even een lijntje te strekken. Ik zette wel mijn droge #6 lijn op mijn hengel.
“Hee Onno. Daar ligt een roeibootje”
“Mogen we daar wel gebruik van maken ?”
“Ik geloof niet dat er hier iemand rondloopt die het ons gaat verbieden”
“Nou in dat geval…………….”
“Als we nu eens naar die rietjes varen, en de boot dwars op de wind leggen, dan kunnen we allebei via onze voorkeurszijde werpen zonder hinder van elkaar te hebben”
“Ach waarom ook niet”

Bij mijn tweede worp, kan ook derde- of vierde geweest zijn, haakte en ving ik een mooie forel.
(Wat werpt dat toch heerlijk met een hengel en een lijn die bij elkaar horen.)
“Zo hij gaat behoorlijk tekeer”
“Ja maar het is zo te zien ook een mooie vis”
“Deze nemen we mee Bert, lekker voor in de rookoven”
“Onno heb jij een meetlint bij je ?”
“Nee. Maar ik weet zeker dat je voordat je gaat slapen de afmeting van deze vis weet. Leg hem maar in de keuken en ** vertelt je later op de avond wel hoe groot hij is”

Net voordat ik naar bed ging kwam ** naar mij toe en vertelde me dat mijn zeeforel 43cm groot was.
“Zeeforel ??”
“Jazeker dat is een zeeforel” wist men mij uit verschillende onafhankelijke bronnen te melden” Zoveel zeeforellen heb ik, bij mijn weten, nog niet gevangen. Dus ik beschouw dit meteen als mijn PR.
Toen ik eenmaal in bed lag, de dag evaluerend en het snurken van mijn slaapies negerende, dacht ik: “Het was weer een hele bijzondere dag vandaag”
“Morpheus kom tot mij”

Mannen: Dit is slechts een van de dagen zoals ik die in Schotland beleefd heb. Ik heb er zo nog acht mee mogen maken. Wel met andere settings en omstandigheden maar zeker zo………….

Gr

Bert Martens

To pictures

To video

To muvee