Dat kunnen we met recht wel zeggen, als we de afgelopen dagen terugblikken.
Om 8.45 uur vertrekken we na een bakkie leut op aandringen van de gids naar Duitsland. “Geen stress heren, we gaan gewoon lekker op ons gemakske vissen. Alles beter dan vandaag op unne vrijmarkt rondhangen!”, aldus onze gids. En wat de gids zegt, is natuurlijk waar.
In Boxtel komt Mart erachter dat hij zijn fototoestel is vergeten… Hebben we dan toch iets van het “Martens-virus” aan boord..?
We pauzeren bij een blijkbaar het bekende pompstation en ik ontmoet een paar vriendelijke Duitsers. Nee echt! Ik heb even nodig om dat te beseffen voordat we weer verder rijden richting Stadtkyll. Arrivé um 11.30 uur. Bij de schoenmaker wordt onze gids warm onthaald door de vrouwelijke bediende van de winkel. Erik ziet dat zijn vlieg van oktober weer is te verkrijgen en schaft er enige aan, die wij natuurlijk als “klant”straks aan de waterkant van hem kunnen overnemen. Bij Martin verschijnen wat zweetpareltjes op het voorhoofd. Hij blijkt zijn vergunning te zijn vergeten? In ieder geval zit het niet in de 5 cm dikke stapel papieren van Nederlandse en buitenlandse watertjes. Met het zweet tussen de billen en de meest charmante houding weet ook hij de vrouwelijke bediende te overtuigen dat hij wel degelijk ergens dat papiertje moet hebben en kan hij na uitstekend onderhandelwerk van onze gids ook voor dezelfde 25 euro 2 dagen vissen.
Paul sms’t dat het water iets lager staat dan normaal (gemiddeld 60 cm) en dat we mogelijk een buitje krijgen. Het thuisfront leeft mee. Ik zal het deze trip wat sms en telefoon betreft wat rustiger hebben, want ik heb een ander mobieltje bij me waar de telefoonnummers van mijn vismaten in ontbreken..
We checken in en proeven eerst even het blonde Warsteinse goud in ons onderkomen voor vandaag en morgen. Dit blonde goud smaakt echt verrukkelijk, we checken in en kunnen tot 2100uur nog eten. De keuken sluit 21.30 uur.
Eerst nog even pinnen want Mart is zijn geld vergeten….. (hij vormt op deze manier werkelijk een waardig vervanger voor Mc Brutus en is tevens zichzelf!) en dan leidt onze gids ons naar de eerste stek van de middag (los 2 ).
Het weer: droog, winderig west 3-4 , half bewolkt, 14 graden.
Ik kies ervoor om te beginnen met de combinatie: nat (magenta) en nimf (goudkop hares-ear) en hoopvol starten we ons visavontuur. De Kyll is qua stroom toch wel vergelijkbaar met de Wisserbach, vind ik, waar we vorig jaar rond deze tijd de omgeving onveilig maakten. De omgeving is zeker zo mooi en omdat het vistraject (7 km) wat langer is, is er voor 3 mensen genoeg viswater. Als Mart en Erik hun patroontjes te water laten, loop ik eerst nog even wat verder door en zie ik tot mijn vreugde de vis waarvoor ik dit weekend gekomen ben: de thymallus thymallus, de vlagzalm. 3 mooie vlagzalmen van ca. 30 cm zwemmen vlak onder mij rustig in het water en dansen mee op de deining van de stroming. Mijn adrenaline stijgt. Ik kan hier van geen mogelijkheid die vissen bereiken en gebaar Mart dat zijn worpen mijn richting uit moeten komen. Omdat deze stek voor 3 ‘te veul’ is , verplaats ik mij verder stroomopwaarts. In een riffeltje dat uitkomt op een plek onder een boomwortel onder de waterspiegel, haak ik mijn eerste bruine forelletje. Wat een mooie vis is dit toch. En zo klein als ie is zo fel laat hij de hengeltop buigen. Dit is samen met de omgeving en je vismaten, waarvoor je 2,5 uur reistijd overhebt. De eerste vis gaat bij mij traditioneel op de foto.
Hij is gelukkig nog net iets groter dan mijn (bij het VVG bekende feit) enorme ruim metende handen… De kop is eraf, hopelijk volgt er nog meer. Ik zie verder nog geen kromme hengels en loop richting de stenen brug, waar een diepe langgerekte poel opduikt. De verschillende kringen die ik zie,verraadt dat hier vis aanwezig is.. Ik plaats de nimf-nat combinatie ongeveer een meter verder dan waar ik de kring zag en de lijn strekt na een paar seconden ineens… Ik sla aan en een mooie kopvoorn, heeft zich verslikt in het patroontje waar Bert een rotsvast vertrouwen heeft en ik ook steeds vaker mijn visjes mee vang! Een mooi dril volgt en het visnet van Bert is nog maar net groot genoeg. Deze gaat ook op de plaat. Het is mijn grootste kopvoorn schat ik tot nu toe. Martin heeft op de plaats waar ik de vlagzalm spotte, ook een vis gehaakt. We vissen kop over kop en de middag vliegt als je het naar je zin hebt.
Ik maak kennis bij de diepe poel bij de betonnen plaat, en met de mooie meanders in het stuk erna tot aan de houtzagerij. Hier daar is het een kruip door , sluip door en onmogelijk om een lijntje uit te zetten. Daar zullen ongetwijfeld de grotere jongens liggen. Op de bevisbare stukken vang ik nog wel een paar mooie bruine forellen. Ik geniet van de omgeving en als ik op een grote boomstam even bijkom van mijn inspanningen, merk ik dat ik het geleende netje van Bert ben kwijtgeraakt… Verdomme. Zal ik het kruip en sluipdoor evenement nog een keer van achter naar voren moeten uitvoeren. Ik bel Mart en Erik en samen lopen we mijn route zo goed mogelijk terug. En je raadt nooit waar Martin het net weer terugvindt:
….. Afijn. Na zoveel geluk vinden we het tijd voor een korte pauze.
We keren terug en we merken dat het zonnetje al heel wat kracht begint te krijgen. Het verloren zweet wordt met een biertje, met hulde aan de vinder van het net, aangevuld en vanuit het hotel vissen we daarna door tot aan de invallende schemer. De boer met de stier (voor insiders) heeft zijn stier gelukkig op stal. Een mooi stukje van Los 2 wordt vervolgens afgevist. Enorme boeggolven vanuit de kant op 30 meter verraden dat hier grote forellen hun thuisbasis hebben, maar dat deze zich ook heel lastig zullen laten verrassen. Ik vang nog een mooie bruine forel in een meander bocht en verlies mijn laatste zware goudkop hares-ear aan een tak onder water in een diepe poel.
Bij het invallen van de schemer, besluit ik nog een poging te wagen bij de brug achter het hotel. De jongeren van het dorp hebben in een weiland de meiboom geplaatst en luidde muziek en fusten bier omlijsten het decor dat hier jaarlijks wordt gevierd.
Ik neem de tijd voor het afdalen en het benaderen van de plek waar ik vanaf de brug vanmiddag de vissen zag zwemmen.
Ik zie geen oppervlakteactiviteit. Dan maar op goed geluk. Ik vis met een red tag goudkop natte vlieg en plaats de vlieg net te kort achter de plaats waar ik hem wil hebben. De tweede worp levert ook niets op en dan, bij de derde worp zie ik mijn lijn ineens weglopen. Ik hef mijn hengel en de vis hangt. En gezien het bonken en de kromming van mijn #4tje, is het een mooi vis! De dril is mooi, de haak in de hoekmond van de mooie maat kopvoorn en de vis laat zich onder water nog even fotograferen, waarna hij/zij met een flinke staartslag weer het ruimer sop kiest. Wat een mooi einde van een mooie dag.
We vieren deze dag en brengen een toast uit op onze gids. Iedereen heeft vis gevangen of gevoeld, dus waarlijk een dag om in te lijsten. Met Biefstuk en XXL-schnitzels en opnieuw zeer vriendelijke Duitsers, waarlijk voor mij een openbaring, en een paar flinke pinten besluiten we dag. De schnitzel is voor Mart een maatje te groot en waar hij zich vorig jaar in de Wisser stuk heeft gevist, heeft hij zich dit keer stuk gegeten.
We betalen 10 euro teveel en zeer gemakkelijk wordt dit als fooi door de vriendelijke bediende geïnd. Dat is dan inclusief het mooie bierglas, vinden wij. Welterusten…..
Bij het ontbijt worden we verrast door heerlijke lekkernijtjes en door de voorgevel van de bediening. Steeds als ze achterlangs loopt krijg je de neiging je stoel wat naar voren te schuiven. Volgens Erik viel het gesnurk van ons wel mee vannacht… We hebben van de feestvierende jongeren niets meer gehoord. Om 6.00 uur wel de klokken horen luiden, die de nationale feestdag voor de Duitsers inluidde. Op dat moment vroeg ik Erik naar de tijd. Mogelijk hebben we ons verslapen? Het blijkt 6.00 uur. “Verdomme “, zegt onze gids,” ik had net beet en dankzij jou heb ik nu ook deze vis verspeelt”.
Onze gids loodst ons vandaag richting Los 1. Het weer is goed. Minder wind, half bewolkt met een zonnetje erbij en veel insecten in de lucht. Vandaag een dag voor de droge vlieg?
We rijden naar de brug, halverwege het traject en zien voor de brug al mooie kringen in het water. Een mooie plek voor onze gids om te starten. Martin en ik starten iets verder stroomopwaarts. Als ik Martin tegenkom lijkt hij goed op kleine CDC vliegen te vangen “Ik heb er al 5 gepakt op de droge vlieg” en demonstreert op zijn knieën in het water zijn vliegviskunsten.
Ik loop wat verder en zie ook wat kringen bij een overhangende tak net 10 meter achter een riffel in een stiller stuk van het water. Voorzichtig benaderen, een droge klinkhamer erop en de 2e worp is voor het forelletje van 16 cm net teveel van het goede. De vlieg wordt nog een keer gemist en dan is het weer stil op de plaats. Ik loop verder maar kom verderop een visser met werphengel tegen en nog verder staat ook iemand in het water. Deze vrije dag trekt meer vissers naar het water. Ik wandel terug en zie een heftig gebarende Martin aan de overkant. Een groep van 8 kopvoorns kruist wat heen en weer in een dieper deel van de Kyll. We gidsen elkaar om beurten en proberen met verschillende vliegen de aandacht van de voorns te trekken. De killer bug lijkt succes te krijgen, maar verder dan een mogelijke korte aanbeet komen we niet. Wel een mooi gezicht zo’n groepje met van die grote vissen. Maar ook hier geldt dan weer de uitspraak “ze zijn niet voor niets zo groot geworden…”.
Terug bij de auto stappen alweer nieuwe vissers uit en stroomafwaarts staat er nog een. Voor dit stuk echt teveel. Onze gids toont initiatief en geeft aan dat de lunch iets eerder start dan gepland. Om 12.00 uur zitten we dus aan de bratwurst met mosterd en Bitt-pilsner of cola. De stemming is goed, het weer dito en de gids vraagt naar onze interesses voor de laatste sessie. We pakken weer een stuk dat nieuw is voor ons allen (los 1:vanaf de ijzeren brug richting Aral).
Het weggetje dat de gids uitkiest eindigt echter op een boerenerf. Maar blijkbaar kent de gids hier iedereen, want na een kort gesprek met Von Loehr geeft ook deze uitermate vriendelijke Duitser aan dat op zijn erf kan worden geparkeerd.
We vissen in de zon en genieten van de dag, ontdekken nog een mooie poel en vangen verder geen visjes meer. Het weer slaat om, het dreigt te gaan regenen , maar de druppels blijven nog weg. We verkassen naar Los 2 en krijgen dan met het venijn in de staart te maken, m.a.w. te maken met de meest onvriendelijke Duitser van heel Duitsland, die zijn weiland beschermd zoals hij zijn zitkuil aan Noordzeestrand zou beschermen. Als lap op een rode stier zo reageert deze man op een vliegvisser die over het prikkeldraad heen zijn territorium binnenwandelt. De stier van de boer die Paul Erik en Bas eerder aantroffen tijdens hun trip naar de Kyll is hier niets bij! We zijn hierna helemaal van slag, vangen geen drol meer en ik verspil in de hoek waar ik gisteren nog een mooie forel haakte, mijn enige kans op een visje deze middag. Het is mooi geweest. We hebben een paar mooie dagen gehad, en zijn weer een prachtige ervaring rijker. En net als we ons hebben omgekleed laat het luchtruim de eerste echte druppels neerdalen op het dal van de Kyll. De vriendelijke Duitsers wenen om het vertrek van de VVG.
Aufwiedersehen!
En dan volgt nu een schriftelijke reactie van Martin Westbeek:
Dat was dus k.t.
Sta je in Duitsland bij de schoenenzaak voor lul met zonder Fünfjahresschein tussen je overigens geheel complete set papieren. Maar goed, heel onduits mocht ik toch uit vissen gaan. Heerlijke dagen gehad, fijn gevist in prima gezelschap. Eenmaal thuis aangekomen alles doorzocht, maar geen FJS. Heb ik – sukkel – die dan samen met de oude vergunningen 2009 weggemieterd? Dat zal toch niet… Nou, dan binnenkort maar een nieuwe aanvragen, als ze die tenminste nog uitgeven. Ik heb gehoord dat er alleen nog nieuwe éénjarige afgegeven worden. Fünfjahresscheine zijn er alleen nog voor de bezitters van een bestaande FJS.
Intussen gaat hier het ruimen in voorbereiding op de verhuizing gewoon door. Het is tenslotte vakantie, dus tijd zat. Dus ik had hier een kastje met wat zood waarvan minimaal de helft weg kon. Ik sorteren en schiften en hé – wat is dat? Een zakje vaatwasmachinezeep. Ooit eens van Bertus gehad voor het wassen van palingvellen. Trouwens, palingvellen… daar heb ik nog drie zakjes van in de diepvries. Die kan ik ook wel even ontdooien, schoonmaken en opspannen. Het is tenslotte vakantie, dus tijd zat. Nou, eerst maar dit kastje. Helft weggedaan op de stapel oud vuil. Andere helft was nog wel te nuttig om weg te doen. Bewaren dus. Dat kan trouwens wel in de opslag, bij de andere zood die daar staat. Maar ja, voor zo’n lullig beetje ga je niet rijden. Dan pak ik gewoon die andere twee grote kasten ook even beet. Dan rijd ik tenminste met een volle lading richting opslag. Dus andere kasten ook uitgeruimd. Het is tenslotte vakantie, dus tijd zat. Weer de helft zood en de helft nuttig. En veel papier, van het soort dat je niet gewoon weg kunt doen maar dat door de shredder moet. Dus geshredderd. Dat leverde weer een zak op die naar de Oisterwijkse afvalberg kan. Maar met één zo’n zakje rijd ik niet. Dus eens verder zoeken in de kasten onder het bureau. Een oud kopieerapparaat – kan weg. Een oud toetsenbord – kan weg. Oude snoeren – kunnen weg. Diskettes – stenen tijdperk, kunnen ook weg. O, en dat eerste kastje dat nu leeg is, dat kan ook weg. En dat andere kastje is nu ook overbodig. Tenminste, als ik een plaats vind voor de printer die erop stond.
Dus een plank tegen de muur monteren voor de printer. Het is tenslotte vakantie, dus tijd zat. Eens kijken – o ja, de opslag. De spullen klaargezet. Ook nog wat boeken van boven meegenomen. En twee boxen van een stereo. Als we daar toch zijn gelijk maar eens kijken of we niet een kleinere ruimte kunnen huren. Die grote krijgen we nooit vol en een kleinere scheelt maandelijks toch weer wat dinero’s. Kleinere ruimte huren was mogelijk. Dus een kleinere ruimte uitgekozen. De zood doos voor doos en krat voor krat samen met Jasper (die we eerst naar de uni hebben gebracht en later weer hebben opgehaald – het is tenslotte vakantie, dus tijd zat) uit de grotere ruimte naar de kleinere verhuisd. Nu ik er toch ben… voor de Flyfair heb ik nog een vliegenstandaard nodig. En een petje van mijn sponsor en die zitten samen met wat vellen en veren in een van de kratten in de opslag. Toch maar even zoeken. Daar is hij al. Maar hee… wat is dat blauwe ding daar? De FJS. Hier was-ie dus. Had ik hem toch niet weggegooid. Ben ik toch geen sukkel. Drijfnat van het sjouwen naar huis. Even bij een bak koffie mijn nu schone, gesorteerde en veel legere werk-bind-muziekhok bewonderen. Ach, daar staat dat zakje met vaatwaspoeder van Bert nog. Vaatwaspoeder? O ja, palinghuidjes. Ho – palinghuidjes… die zijn nu ontdooid, dus die kunnen niet wachten. Toch maar even beetpakken. Het is tenslotte vakantie, dus tijd zat. Vellen in een emmer, poeder van Bertus erbij, wassen, wassen, wassen, sorteren, binnenstebuiten keren en opspannen. Weerzinwekkende klus eigenlijk. Enfin. Platen met vellen de schuur in. Best nog koud, buiten. Wat? Tien uur? Nu al? Tijd voor een wijntje. Morgen nog een paar drempels lakken. En een muurtje witten. Het is tenslotte vakantie, dus tijd zat.
Maar mijn FJS, die heb ik terug.
Mart