Finest hour “an der Wisserbach” 2009, Germany.

“Finest hour an der Wisserbach” nader verklaard.

Hoe kan een dik uurtje vliegvissen bepalend en onvergetelijk zijn voor twee vliegvissers ? Dit tijdens een trip van twee dagen, met vijf vrienden, naar een klein riviertje in Duitsland ?

Aan het eind bleven er toch een aantal vragen onbeantwoord.

Ik moet deze belevenis gewoonweg van me af schrijven want dit schijnt, therapeutisch gezien, het beste te werken als verwerking van heftige gebeurtenissen. Helaas voor jullie is het onderstaande wat uitgebreider als therapeutisch verantwoord. Maar ik hoop dat jullie het mij vergeven.

Ik ben overigens wel benieuwd hoe Martin het een en ander een plaats wil gaan geven.

Welnu: Gebruikelijk gaan we op de tweede dag van de trip tussen de ochtend- en middagsessie gezamenlijk ergens lekker bbq-en, bij voorkeur in de ‘bush’.

Dit keer werd er gekozen om in de kasteeltuinen van “Schluss Volperhausen” onze bbq op te stellen. Nadat we ons tegoed hadden gedaan aan worst, chevapcici en (te zoute) speklapjes, dit alles met brood, saus en een lekker Duits pilsje, moest er nog even overlegd worden wie er de middagsessie op welk traject wilde vissen.

Martin gaf aan dat zijn oude knoken en spieren wellicht wat rust gegund moest worden want het kilometers stoempen en banjeren door de ‘bush’ en het water begon zijn tol te eisen. Ook de verschillende halve liters “Kölsch” van de vorige avond zullen hier zeker debet aan geweest zijn.

“Ach ik denk dat ik maar eens lekker op een bankje ga zitten genieten, vergezeld van een goed koud pilsje. Ik heb immers leuk gevangen. Mijn grote forel voor dit weekend is binnen. Voor mij is het tripje al geslaagd”

We besloten om ditmaal vanaf de parkeerplaats bij de tweede brug te vertrekken.

Erik, Hans en Paul besloten stroomopwaarts hun geluk te gaan beproeven richting “tuintjes” en “het barbelengat” waar Paul vanmorgen nog een hele mooie regenboog van dik in de 50cm had gevangen aan een Hare’s ear #14.

Dit weekend was het typisch dat de vissen, die vanuit de diepe gaten in de rivier gevangen waren nog onder de bloedzuigers zaten. Deze vissen lagen dus nog tegen de bodem aan.

Vissen gevangen vanuit de ondiepere plaatsen in de rivier hadden deze ‘leeches’ niet (meer). Zij waren dus bereid om wat actiever op zoek naar voedsel te gaan. Omdat het zonnetje aardig scheen en daardoor het ondiepe water kon verwarmen, besloot ik om vanaf de eerste brug in het ondiepe gedeelte van de rivier stroomopwaarts de vissen met een droge vlieg te gaan belagen. 

“Ach” zei Mart “Mag ik dan met jou mee want we hebben deze trip nog niet met elkaar gevist” “Natuurlijk Mart, da’s nog gezellig ook. Maar je gaat niet op een bankje ?”

“Mwoooooooh”

Gezamenlijk liepen we naar de eerste brug. Onderweg overlegden we welke vliegen er gebruikt zouden gaan worden en waarom. Mart zou met een ‘grizzle-paraloop’ beginnen terwijl mijn keuze viel op een ‘cdc-ballonkop-parachute’. Hier hadden we gisteren ook al wat visjes mee gevangen. Beiden kozen we voor haakje #14.

Bij de brug aangekomen vroeg ik. “Hoe doen we het ?” “Ach” zei Mart “Vis jij maar vooruit dan doe ik even een sjekkie. Kunnen mijn benen nog even wat rust krijgen. Ik kom dan wel achter je aan”

We stapten het water in en ik liep naar de rechterzijde van het riviertje. Zodoende kon ik zowel de kantjes aan de linkerzijde en die aan de rechterzijde voor me uitvissen tegen de zon in. Mart nam plaats op een grote steen waar hij zich in de zon nestelde en kon gaan genieten van zijn ‘half zware van Nelle’

“Héé effe onthouden”……… Ik zag een meter of veertig voor me bij een overhangende tak een forel stijgen aan de linkerzijde van de rivier. Naar mijn idee was het een wat grotere forel. Want heel subtiel plukte hij het voedsel van de oppervlakte weg, heel anders dan de kleine forelletjes die dit meestal met wat geplons en gespetter doen. Ik besloot er een iets grotere vlieg aan te knopen. Een “March Brown” #12 even invetten en mijn leadertip door de modder.

“Héé kijk…. Daar steeg er ook één, op de zelfde hoogte als die andere aan de rechterzijde net vóór de overhangende tak daar. Ook effe onthouden”

“Krijg nou wat……. Precies tussen die vorige twee steeg een vis in het midden van de rivier”

“Het zou toch niet dezelfde vis zijn ? Nou ja dat merk ik straks vanzelf wel”

Langzaam en voorzichtig sloop ik stroomopwaarts richting ligplaats van de forel(len ?)

Ondanks mijn matige waadtechniek wist ik op werpafstand te komen zonder de vissen te verjagen want zij bleven op dezelfde plaatsen stijgen. Aan de regelmaat van kringen die in de oppervlakte verschenen dacht ik dat het wel om meerdere vissen moest gaan. Maar ja dit weet je natuurlijk nooit zeker.

Verdorie precies waar ik stond hing een grote tak met zijtakken, aan mijn rechterzijde precies mijn werpkant, over de rivier. “Nou ja dan maar wat geconcentreerder werpen en zowel back- als forcast tussen de ruimte van een dikke meter, van tak tot water houden. Nou ja, vroeg of laat moest dit een keer verkeerd gaan want mijn concentratie zou vanzelf een keer verslappen en dan zou die tak mijn leader en vliegen vangen. Op deze plaats kon ik ook geen rolcast maken want de tak hing net voor/boven me. Had ik nu mijn 6” cane maar bij de hand. Ik durfde ook geen twee meter op te schuiven om de vissen niet te verjagen doordat ik te dichtbij zou komen.  Mart was ondertussen voorzichtig naar mij toe gekomen want hij had de kringen natuurlijk ook gezien. “Nou Bert, doe je best. Daar gaat ie”

De navolgende anderhalf uur gaan voor Mart en mij de boeken in als: ‘Dit maken we nooit meer mee. Als we elkaar over tig jaar tegen komen in “Huize Avondrood” hebben we het er nog over. Zeker weten’

Mijn eerste worp naar de linkse overhangende tak is in één keer goed. De vlieg wordt al genomen voordat hij ook maar een halve meter heeft afgelegd in het stromende water.

Ik sla aan en…………………. Niks……… helemaal niks…….ook niks gevoeld.

D’n dju….. weg kans. Nou ja, je weet nooit, nog maar eens proberen. Ik werp aan……. Weer goed aangeworpen…….

Ook nu legt de vlieg nog geen halve meter af of hij wordt genomen. “Jaaaa hangen”. De vis spartelt tegen en na een seconde of wat schiet hij los……… D’n dju in het kwadraat.

Ik werp, eigenlijk tegen beter weten in, voor de derde keer aan. Weer goed, mooi zo.

Wederom wordt de vlieg genomen voordat hij maar een halve meter afgelegd heeft.

Nu hangt hij wel en hij blijft hangen. Na een korte dril weet ik een forel van zo’n 30 cm te landen. Onthaken, netjes terugzetten en meteen werp ik de andere forel aan.

Bij de tweede worp wordt de vlieg wederom binnen een halve meter genomen. Hetzelfde scenario van zo’n vijf minuten geleden speelt zich af. Ik sla in eerste instantie mis, ik verspeel hem in tweede instantie en weet hem in derde instantie te vangen.

Zo; Mijn trip is alleen al door het vangen van deze twee mooie, grote forellen meer dan geslaagd.

Na deze twee gevangen forellen stond Mart achter mij als een briesend paard in de startbox bij de ‘Grand National’ Het water waar wij tot heuphoogte in stonden moet een hoog “Lourdes-gehalte” hebben gehad want Mart had plots geen enkele last meer van zijn botten en spieren.

“Hee kijk daar links komt alweer een kring en rechts ook weer. Zouden er nog meer liggen ?”

“Mag ik het nu eens proberen ?”

“Oke pak jij die andere”

Maar ook Mart slaat bij zijn eerste aanbeet mis, bij de tweede aanbeet verspeeld hij hem na een korte drill en weet hem, ook in derde instantie te vangen.

“Mart ik ga voor die vierde als je het goed vind”

“Oke”

De vierde forel wordt ook weer gevangen na hetzelfde ritueel van missen-verspelen-vangen.

Zo ook de vijfde forel, ditmaal voor Mart.

“Mart, we doen iets verkeerd. Er is iets verkeerd aan onze vistechniek, maar wat ?”

Verschillende alternatieve vangtechnieken worden besproken maar ondertussen worden de forellen, om beurten, en in een regelmaat van zo’n 5 tussenliggende minuten gevangen. Alle forellen zijn naar schatting tussen de 30 en 40 centimeter. Het bleef maar doorgaan. We zaten na nog geen uur vissen al dik over de 10 forellen. Om de beurt mag één van ons de gouden plek aanwerpen en een forel vangen. Onze vangsttechniek wordt gaandeweg beter we slagen er steeds meer in om de forellen na de aanbeet in één keer aan te slaan en te vangen.

Ook trekken we naar het aanslaan van een forel de vis meteen weg van de zo vruchtbare 20 vierkante meter. Dit om de nog aanwezige forellen niet te verstoren en het op deze manier mogelijk te maken onze oogst te optimaliseren. Ongelofelijk hoeveel grote vissen er op dit kleine stukje van de rivier zitten en er, kennelijk ook nog hun voedsel kunnen vinden.

Van de eerste vier gevangen forellen hebben we steeds een foto gemaakt. Daarna staakten we onze foto-activiteiten totdat we doorkregen deelgenoot te zijn van zo’n ongewone vangstorgie

dat deze vastgelegd diende te worden. Dit niet alleen om, achteraf geloofwaardig over te komen naar onze maten maar ook zeker ook voor onszelf. Deze unieke gebeurtenis zou, mede door het bekijken van de foto’s, herbeleeft kunnen worden. Vanaf nu zou elke gevangen vis vereeuwigd worden door foto of video.

De vis kwam nu zelfs dichter naar ons toe. Kringetje zo’n vijf meter rechts van je – Kwart slag draaien – rolworpje – en……….. hangen die hap.

Waren we in het begin van deze unieke anderhalf uur nog voorzichtig en geconcentreerd, gaandeweg werden we onvoorzichtiger en minder geconcentreerd. Ik kan en mag met een gerust hart stellen dat we na zo’n uurtje vissen, lomp en ongeconcentreerd bezig waren.

Maar niets of niemand kon dit vreetbachanaal van de vissen en de daarmee samenhangende  vangstorgie van ons verstoren het maakte allemaal weinig meer uit. De forellen leken er om te vechten wie er nu weer door ons gevangen mocht worden. Het bleef maar doorgaan.

Het kon dan ook niet uitblijven dat we een paar keer ruzie kregen met de overhangende tak.

Op een gegeven moment haakte mijn vlieg, tijdens mijn voorwaartse cast een stukje dood hout van de tak, dit brak af en plofte zo’n tien meter, met de vlieg er aan vast, voor me, in het water. Ik stripte het takje naar mij toe om de zaak weer in orde te brengen. Zo’n vier meter voor me steeg er een forel naar de vlieg aan het takje. ???????????  Het moest nu toch niet gekker worden. Mart begon zich gaandeweg steeds meer te irriteren aan de tak. Op een gegeven moment kreeg hij er schoon genoeg van en liep naar het midden van het riviertje waar hij als een volleerd en gediplomeerd hovenier de tak een beetje snoeide. Hij sloopte er al het dode hout vanaf. Je wil niet weten hoeveel dood hout er aan zo’n tak kan zitten. Na de ‘Hendrik-jan de tuinman’ actie van Mart hadden we ineens zo’n twee meter doorgang van water tot tak. Dit maakte het werpen toch wat aangenamer.

Zo, nu maar eerst met zijn tweeën een korte pauze inlassen zodat het water even tot rust kon komen. Maar langer als vijf minuten konden we ons niet inhouden. En meteen vanaf de eerste worp bleef het maar doorgaan. De vissen bleven onze vliegen pakken alsof er geen volgende dag meer zou komen. Vissen die me misten door een gemiste aanslag of die we na korte tijd verspeelden hapten nu in tweede instantie en zelfs in derde instantie naar onze vlieg, zodat een volgende uitspraak in een adem gedaan werd.

“Hè, verdorie mis – Nee hij pakt toch weer – Dju hij schiet los – Nee ik heb hem weer – Zo dat is er weer eentje – nu jij weer”

Er moesten bij die boom een paar keien liggen waar de vis zich achter kon verschuilen. Want we bleven op steeds dezelfde plaatsen de kringetjes van stijgende vissen zien. We dachten ook dat er (veel) forel vanuit de boomwortels in het water naar het open water zou komen om te fourageren. Die boomwortels moeten een erg veilig gevoel aan zo’n forel geven want tijdens de drill probeerde de vis altijd te vluchten naar de boomwortels die vanuit de oever in het water staken.

Maar; Het bleef maar doorgaan  Droog, gesopt of natte vliegen. Het maakte niets uit.

Mart gaf op een gegeven moment aan om even een sjekkie te willen roken. In de tijd dat hij in een turboversnelling zijn sjekkie rookte kon ik weer twee forellen bij schrijven op mijn palmares. Maar ook het verversen van je vlieg betekende dat je veroordeeld werd tot het aanschouwen van de vangst van twee forellen door je vismaat.

Het vangen van zo’n ongelofelijke hoeveelheid vis maakt je toch wel wat blasé. Je wordt steeds meliger en gaat rare dingen zeggen en fantaseren. Hier wil ik niet verder over uit-weiden. Maar; Het bleef maar doorgaan

Nu zagen we ook dat er zo’n 20 meter verder stroomopwaarts, onder een boom, vis steeg. Als de oogst op de huidige plaats wat minder zou worden zouden we wat kunnen opschuiven om daar  nog een paar visjes te vangen. Na zo’n anderhalf uur en 16 forellen verder besloten we om ons jachtterrein te gaan verleggen. Mart mocht de eerste aanworp doen terwijl ik er een “Humpy” aanknoopte. Na zo’n vier worpen had Mart nog geen beetje gehad. “Bert gooi jij maar een paar keer” Maar ook ik had na zo’n vier worpen nog geen teken van leven gezien bij mijn vlieg. Met enig dedain stelden wij vast dat het hier niets was want na 10 minuten hadden we nog steeds niets gevangen. En daarboven stelden wij vast dat een “Humpy” veel te hoog op het water lag. ‘Daar is, vandaag op dit water niks mee te vangen’. Inderdaad, hoe blasé kan een vliegvisser worden na zo’n wonderbaarlijke visvangst. 

“Mart zullen we d’r maar eens mee stoppen want zoals het net ging kan het gewoonweg niet blijven gaan. We moeten deze sessie koesteren en……… goed is goed”

“Ja, ik denk dat we tevreden moeten zijn met wat we gehad hebben, zo heb ik het nog nooit meegemaakt”

We liepen wat verder stroomopwaarts en kwamen over de plaats waar we zojuist nog onze vliegen te water lieten. Het was er zo’n veertig centimeter diep. De bodem was volkomen vlak!! Er was geen steen of andere oneffenheid te bekennen !! Een paar meter verderop zagen we een forel tussen de boomwortels schieten. Dit was de enige schuilplaats op deze stek voor de forellen. Waarom we hier zoveel gevangen hadden ontging ons totaal. Maar dit was niet het enige raadsel waarover wij ons verwonderden.

Met een gelukzalige blik in onze ogen en een brede grijns op onze mond liepen we om 17.30u terug naar de parkeerplaats waar we afgesproken hadden om 18.00u te verzamelen. We zouden dan nog een half uur hebben om onze verwarde en rommelige gedachten wat te ordenen zodat we toch een consistent verhaal naar onze maten zouden hebben. Op een bankje hebben we alle indrukken van de afgelopen middag nogmaals de revue laten passeren.

Nog even met de, charmante van oude Duitse adel afkomstige kasteelvrouwe van het slot gesproken. Gelukkig kwamen onze maten al om 19.00u op de het verzamelpunt zodat we, na het aanhoren van hun belevenissen die middag, onze wederwaardigheden over hen heen konden storten.  Ik ben bang dat ze ons verwarde verhaal niet helemaal konden volgen. Daarom werkt dit, voor mij therapeutisch schrijven ook voor hen, om ons achteraf beter te begrijpen en het verwarde verhaal toch nog te kunnen ordenen.

To pictures Wisserbach 2009

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *